Hoe laad ik tractiebatterijen correct op?

Batterijen worden soms ook wel het ‘hart van de elektrische heftruck’ genoemd. Het is dus belangrijk dat ze de beste zorgen krijgen. Maar waarop moet je letten om uw tractiebatterijen zo efficiënt mogelijk op te laden? We verzamelden enkele tips voor jou.

WANNEER MOET IK MIJN BATTERIJ OPLADEN?

Je laadt je batterij best op meteen nadat ze ontladen is. Laat je tractiebatterijen nooit in ontladen toestand staan.

Batterijen mogen voor niet meer dan 80% van hun nominale capaciteit ontladen worden. Een diepere ontlading leidt tot slijtage aan de actieve massa en heeft een lagere effectieve capaciteit tot gevolg.

HOELANG MOET MIJN BATTERIJ OPLADEN?

Daar is geen eenduidig antwoord op. De laadduur van je batterij hangt af van de laadfactor enerzijds en het type lader anderzijds.

Laadfactor

Het laden van een batterij gebeurt door er meer energie in te stoppen dan er is verbruikt. De LF (laadfactor) van een batterij is de verhouding tussen de ingeladen ampère-uren en de ampère-uren (Ah) die verbruikt werden. De meeste batterijen hebben een laadfactor van 1,2.

Bijvoorbeeld: een tractiebatterij met een nominaal vermogen van 1000 Ah heeft 80% afgegeven (800 Ah). Bij een laadfactor (LF) van 1,2 moet er 1,2 x 800 Ah = 960 Ah bijgeladen worden.

Type lader

Er zijn verschillende soorten batterijladers op de markt. Naast de conventionele of laagfrequente lader, wordt vaak geopteerd voor een hoogfrequente lader. Een hoogfrequente lader is een stuk duurder om aan te kopen maar laadt batterijen sneller en goedkoper op dan een conventionele lader. Dankzij zijn intelligente laadtechniek gaan de batterijen langer mee. Een hoogfrequente lader laadt efficiënt en voorkomt snelle slijtage aan zowel batterij als lader.

RISICO’S TIJDENS HET OPLADEN

Bij het opladen van je tractiebatterijen moet je met enkele gevaren rekening houden.

  • Warmte: Bij het opladen van een batterij ontstaat er warmte. Als er te veel warmte ontwikkeld wordt, kan er brand ontstaan.
  • Knalgas: Het laden van natte batterijen genereert waterstof die vrijkomt door elektrolyse van het elektrolyt. Het vrijgekomen waterstof (H2) kan met de aanwezige zuurstof in de lucht een explosief mengsel (knalgas) vormen. Waterstof is lichter dan lucht en stijgt naar het bovenste punt. Zorg daarom altijd voor voldoende ventilatie tijdens het laden.
  • Vonken: Wanneer je een batterij loskoppelt van de lader terwijl er stroom op staat, kunnen er vonken ontstaan. Deze vonken kunnen ervoor zorgen dat het aanwezige knalgas kan ontploffen.

PREVENTIEMAATREGELEN BIJ HET OPLADEN

  1. Voorzie een afzonderlijke laadzone.
  2. Verwijder brandbare zaken in de nabijheid van de batterij en lader.
  3. Ventileer de laadruimte zo goed mogelijk. Zo voorkom je dat knalgas zich ophoopt.
  4. Verbied roken, lassen of slijpen in de laadzone.
  5. Zorg voor een explosieveilige elektrische installatie (verlichting, stopcontacten …).
  6. Vermijd kortsluiting: leg nooit metalen voorwerpen op de batterij.
  7. Plaats de lader op een lastdrager indien mogelijk. Zo voorkom je dat stof zich ophoopt en brand veroorzaakt.
  8. Controleer de laadkabels en laat ze meteen herstellen als je schade opmerkt.
  9. Schakel de lader uit voordat je de batterij aan- of loskoppelt.
  10. Laat enkel goed opgeleid personeel de handelingen bij het opladen uitvoeren.

Voor meer info over batterijladers, verwijzen we je graag door naar de Energic Plus website.

Annelies, TVH blogger