5 belangrijke manieren om de veiligheid van graafladers te verbeteren

Goed begonnen is half gewonnen; heel wat hangt dus af van een uitgebreide inspectie voor aanvang van het werk. Inspecteer de machine voor ieder gebruik om je ervan te verzekeren dat alle bedienings- en veiligheidsmechanismes goed werken. Een graaflader die tekenen vertoont van schade of gebrekkige bedieningselementen mag nooit worden gebruikt.

Anderzijds is een goede kennis van de werkplek minstens even belangrijk als de correcte werking van de machine. Controleer altijd bij de juiste diensten of er geen nutsleidingen onder het terrein liggen die mogelijk beschadigd kunnen worden tijdens het graven. Verzeker je er ook van dat er geen elektrische leidingen boven je lopen wanneer je lasten heft.
 

Een comfortabele graafladercabine maakt niet alleen de werkdag een stuk aangenamer, ze zorgt ook voor meer veiligheid! Het eerste wat je doet nadat je plaatsnam in de cabine, is de stoel en het stuurwiel aanpassen, zodat je makkelijk bij alle besturingselementen kunt. Een toegankelijke besturing zorgt voor snelle en adequate actie in geval van nood.

Vergeet ook niet om altijd je veiligheidsriem om te doen als je in de cabine van een graaflader stapt. Mocht de machine omkantelen, dan zit je immer het beste veilig vastgeklikt in je zetel.
 

Word niet overmoedig wanneer je een graaflader bedient. Het is van het grootste belang dat je altijd een veilige rijstijl aanhoudt, ook wanneer − of zelfs vooral wanneer − je vertrouwd bent met de machine en haar besturing. Hou het bij langzame en rustige bewegingen, en blijf uit de buurt van steile of oneffen hellingen die de graaflader kunnen destabiliseren.

Het is ook belangrijk dat je extra voorzichtig bent wanneer je een helling op- of afrijdt. Bij het bergop rijden, zorg je ervoor dat de laadbak bergopwaarts wijst. En bergaf rijden doe je best in achteruit.
 

Als operator is het je taak om op de hoogte te zijn van de laadcapaciteit van de graaflader. Dat betekent ook dat je eigenlijk moet weten hoeveel gewicht je kunt opnemen bij een bepaalde hoek (hoogte en afstand). Dit hangt samen met het feit dat je je altijd bewust moet zijn van het zwaartepunt van de graaflader bij het vervoeren van lasten. Hou de giek van de graaflader altijd dicht bij de machine, en de laadbak altijd dicht bij de grond bij het vervoeren van lasten. Dat zorgt niet enkel voor optimale stabiliteit, het verhoogt ook de zichtbaarheid, zodat je tijdens het rijden altijd een goed zicht hebt op de werkplek.

Het is natuurlijk niet enkel bij het vervoeren van lasten dat je aandacht moet hebben voor de graafarm en de laadbak. Voor je met de graaflader de weg opgaat, moet je je ervan verzekeren dat de giek van de graafarm en de zwenkfunctie vergrendeld zijn.
 

Gebruik altijd de stabilisatoren van de machine als je graaft met een graaflader. Die stabilisatoren heffen de wielen van de grond en zorgen ervoor dat er geen gewicht op rust. Door gewicht op de wielen, gaat de machine immers op en neer wippen, en die beweging veroorzaakt vibraties die doorgegeven worden naar de operator en de besturing, waardoor de graaflader gaat trillen en onstabiel wordt.

Als de grond te zacht is, kun je stempelplaten of blokken gebruiken om te verhinderen dat de stabilisatoren in de grond zakken. Dat is ook van cruciaal belang voor de veiligheid. Zachte grond onder de stabilisatoren kan leiden tot verzakkingen, die aanzienlijke schade kunnen veroorzaken aan machine en operator. Hierdoor is het ook van groot belang om nooit onder de machine te graven en om op een veilige afstand te blijven van de rand van uitgravingen en sleuven.