Niet alle inspecties en onderhoudstaken moeten even vaak worden uitgevoerd. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen dagelijkse en meer grondige inspecties en onderhoudstaken.
Dagelijkse inspectie
Deze controles moeten voor elk gebruik worden uitgevoerd om er zeker van te zijn dat de kleine grondverzetmachine correct werkt en veilig kan worden gebruikt. Daarom bestaat de dagelijkse inspectie uit een visuele controle rondom de machine. Enkele zaken die zeker moeten gebeuren tijdens deze inspectie zijn:
- Controleren van de vloeistofniveaus (motorkoelvloeistof en -olie, hydraulische olie, transmissievloeistof, enz);
- Inspecteren van het uitlaatsysteem op tekenen van lekkage of schade. Verwijderen van vuil in de buurt van de onderdelen in dit systeem die heet worden tijdens gebruik om oververhitting te voorkomen;
- Inspecteren van rupsbanden en onderstelonderdelen;
- Controleren van banden;
- Uitvoeren van een algemene veiligheidsinspectie;
- Smeren van pennen en bussen;
- Enz.
Grondige inspectie en onderhoud
Naast dagelijkse inspecties moeten kleine grondverzetmachines regelmatig grondigere inspecties en onderhoud ondergaan als onderdeel van periodiek en preventief onderhoud. In dit geval is het belangrijkste om je aan een vast schema te houden, omdat dit ook een duidelijk overzicht geeft van welke onderdelen wanneer onderhouden moeten worden. Er zijn verschillende manieren om het specifieke onderhoudsinterval voor machineonderdelen te bepalen:
- Bedrijfsuren (bv. na 500 bedrijfsuren);
- Periode (bv. elke zes maanden);
- Afgelegde afstand (bv. om de 2000 km).
Welke van deze drie het beste is voor een specifieke kleine grondverzetmachine hangt af van het type machine, de specifieke werkomgeving en de richtlijnen van de fabrikant.
Een vuistregel die door veel machinefabrikanten wordt meegegeven is om elke zes maanden of na ongeveer 500 gebruiksuren preventief onderhoud te plannen. Door een kleine grondverzetmachine grondig te laten inspecteren door een vakman, worden mogelijke defecten vroegtijdig ontdekt, waardoor het risico op stilstand van de machine tot een minimum wordt beperkt.