Een ander vitaal onderdeel van de aandrijving is het differentieel. Dit onderdeel maakt ook deel uit van het mechanisme dat motorvermogen omzet in koppel om de wielen aan te drijven. De hoeveelheid vermogen die naar de wielen wordt doorgegeven, hangt af van de tractie daaronder. Daarnaast zorgt het differentieel ervoor dat de wielen met verschillende snelheden kunnen draaien, wat essentieel is om bochten te nemen. Zonder differentieel zouden de wielen constant met gelijke snelheid draaien − wat ze normaal niet doen in bochten − en zou er veel spanning op de as komen te staan.
Op een graaflader met tweewielaandrijving zit er een differentieel tussen de twee aangedreven wielen. Bij een graaflader met vierwielaandrijving ligt het een beetje ingewikkelder. Dit type heeft een differentieel tussen elke set aangedreven wielen, maar er is ook een differentieel tussen de voor- en achterwielen. Dit is nodig omdat de voorwielen in bochten een verschillende afstand afleggen dan de achterwielen.
Maar wat gebeurt er wanneer een van de aangedreven wielen in de lucht hangt tijdens zware terreinwerken? Dat wiel zal helemaal geen tractie hebben, zodat het andere aangedreven wiel onvoldoende vermogen zal krijgen om de machine voort te bewegen. De oplossing hiervoor is een sperdifferentieel. De operator kan dit mechanisme manueel activeren − maar er zijn ook automatische versies op de markt − zodat alle vermogen gelijk over alle wielen verdeeld wordt, zelfs de wielen zonder tractie. Bijgevolg zullen alle wielen met dezelfde snelheid draaien.