Hoe werkt een aircosysteem?
Het aircosysteem is een gesloten circuit, dat bestaat uit een compressor, een condensor, een droger en een expansieventiel. Die zijn allemaal met elkaar verbonden via een buizensysteem dat gevuld is met een koelmiddel − vaak R134a.
Een airco werkt door het koelmiddel voortdurend om te zetten van een gasvorm naar een vloeistof en terug. Dat gebeurt door de druk en temperatuur van de vloeistof te manipuleren. Een compressor stuwt het gasvormige koelmiddel door het systeem onder een hoge druk van 10 tot 15 bar. Vervolgens zet de condensor het om naar een vloeistof door de temperatuur te verlagen tot 35 °C. Naast de condensor verhindert de droger dat overblijvend gas in de rest van het systeem terechtkomt. Zo kan de vloeistof optimaal functioneren.
De vloeistof vloeit naar het expansieventiel, waar de druk aanzienlijk daalt to 1,2 - 2 bar, en de temperatuur stijgt tot 65 °C. Eigenlijk wordt het koelmiddel hier dus aan de 'kook' gebracht, zodat het weer een gas wordt. Hiertoe produceert een ventilator hitte, die hij wegtrekt uit zijn onmiddellijke omgeving, zoals de cabine. De lucht wordt afgekoeld en teruggeblazen in de cabine, en zorgt zo voor de koele lucht waar je op warme dagen naar snakt.
Het manipuleren van het koelmiddel is geen eenvoudige zaak, met belangrijke gevolgen voor het aircosysteem. Na verloop van tijd breken deeltjes los van de verschillende onderdelen en vervuilen het koelmiddel. De droger kan die vervuiling opvangen, maar daardoor gaat hij geleidelijk aan verstoppen, zodat hij vervangen moet worden.